Zijn klauwen tikte zachtjes op de harde bruine rotsen, waartegen zijn witte vacht sterk afstak. Wanneer iemand hem zou zien, zou die geheid grootte ogen op zette en elke dierentuin in de buurt bellen om te vragen of ze toevallig een tijger miste. Of hij zou denken dat hij hallucineerde. Maar hij zou het hoe dan ook op een lopen zetten, bang verscheurd te worden door de scherpe tanden van de koning van de jungle. Mensen konden zo naïef zijn, wanneer je vlak voor hun neus transformeerde dachten ze in eerste instantie altijd dat ze gek werden. Die verbijstering, die het lichaam altijd enkele seconden verlamde, was perfect. Het was het moment om toe te slaan. Wat niet betekende dat hij dagelijks voor de ogen van een mens veranderde, nee alleen als diegene het verdiende.
Damon was er aan gewend op te vallen, of beter gezegd er voor te zorgen dat dit juist niet gebeurde. In Australië kwamen geen Siberische tijgers voor, en al helemaal geen witte. Vroeger was hij nog wel eens in de fout gegaan, door vlak bij hun dorp te veranderen. Maar na een paar keer beschoten te zijn, door boeren die van mening waren dat hij degene was die hun koeien één voor één neer haalde, had hij zijn lesje wel geleerd. Oké, ze hadden gelijk. Maar wat dan nog? Hij moest toch ook eten? Wanneer hij veranderde was de magnetron maaltijd die zijn vader hem altijd voor zette niet genoeg. Overigens was het hier wel anders dan in Australië, hier was hij niet de enige shapeshifter. Wat betekende dat hier misschien minder vreemd op zou worden gekeken, wanneer er een witte tijger over de rotsen liep. Zouden alle mensen hier eigenlijk zijn zoals hij? Of zouden het er maar een paar zijn? Hoe moest hij dat eigenlijk zien? Hij had nog nooit iemand zoals hem getroffen, of althans niet zover hij wist. Misschien dat Emily het kon, maar ze had nooit iets dergelijks door laten schemeren. Maar het zelfde gold voor hem.
Een vreemde geur trok zijn aandacht, zijn oren draaide zich langzaam naar voren. Hij liet zich iets door zijn poten zakken, zijn blauwe ogen zochten de omgeving af. Bleven hangen op een jongen die een tiental meters bij hem vandaan op de rotsen zat, hij keek wezenloos voor zich uit. Zijn benen bungelde boven het water. Geruisloos sloop Damon naderbij, die jongen had daar zonet nog niet gezeten. Zou hij een shapeshifter zijn? Dat zou wel verklaren waarom hij hem niet aan had zien komen, althans het lag er aan in wat voor dier hij zich kon veranderen. De jongen benaderen in de vorm waarin hij nu verkeerde, leek hem niet zijn meest geniale plan. Moest hij de jongen überhaupt benaderen? Hij was niet zo'n prater, hield zich het liefst afzijdig en ontweek onnodig contact met mensen. Maar om het één en ander te weten te komen over Kellyn High zou hij er toch echt aan moeten geloven. Stilletjes vergrootte hij de afstand tussen hem en de jongen weer, verschool zich achter enkele rotsen. Dat was een voordeel aan het strand, er waren rotsen in overvloed. Hier kon hij onzichtbaar voor iedereen van gedaante veranderen.
De simpele gedaante van een negentien jarige jongen was een stuk minder angstaanjagend, dan die van een tijger. Uiterlijk kon zo bedrieglijk zijn. Rustig slenterde Damon in de richting van de jongen, de wind blies in zijn gezicht. Hij liet zich vlak bij hem op een rots zakken, liet zijn benen over de rand hangen. "Hey." Zou deze jongen een shapeshifter zijn? Of had hij zich vergist? Damn, waarom was het niet gewoon makkelijk een soortgenoot te herkennen? Waarom hadden ze niet gewoon een etiket op hun hoofd geplakt. Dat was toch iets wat mensen graag deden? Iedereen in een hokje proppen? Iedereen een nummer geven? Overal een etiket op plakken? Als je iets doet doe het dan goed.